Aardgasvrij wonen: wanneer van het gas af?

De laatste jaren is er veel te doen geweest over het gebruik van aardgas in Nederland. Veel huishoudens in ons land maken nog gebruik van aardgas. Dat terwijl de gevolgen van de winning van aardgas in de provincie Groningen goed zichtbaar zijn. Veel bewoners klagen over schade als gevolg van aardbevingen. Daarom heeft de overheid besloten de winning van aardgas verder af te bouwen.

Het gebruik van aardgas is voor de meeste huishoudens een gewoonte geworden die we niet zomaar veranderen. Nieuwe woningen gebruiken in principe geen aardgas meer. Bestaande woningen kunnen ook worden omgebouwd tot een aardgasvrije woning. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van een warmtepomp of door betere isolatie te gebruiken.

Waarom aardgasvrij wonen?

De winning van aardgas in ons land brengt het milieu ernstige schade toe. Zo ontstaan er aardbevingen in de provincie Groningen, wat een teken is dat het milieu hieronder lijdt. Het is ook terug te zien in de opwarming van de aarde. Ons klimaat verandert en de temperatuur stijgt. Dat komt vooral door het verbranden van brandstoffen zoals aardgas. De uitstoot van CO2 neemt daardoor sterk toe.

Bovendien is aardgas geen onuitputbare bron. Wanneer het Nederlands aardgas bijna op is, zullen we de fossiele stoffen uit andere landen als Rusland moeten importeren. De opwarming van de aarde bedreigt mens en natuur. Daarom is het belangrijk zoveel mogelijk gebruik te maken van milieuvriendelijke alternatieven.

In het klimaatakkoord is afgesproken de CO2-uitstoot terug te brengen. Nederland is ook onderdeel van dit akkoord. Het aardgasvrij maken van nieuwe woningen en bestaande woningen is een actiepunt die is terug te vinden in dit klimaatakkoord. Het niet gebruiken van aardgas heeft voor huishoudens ook voordelen, zoals: lagere energiekosten en een beter energielabel, waardoor de verkoopwaarde van de woning stijgt.

Stappenplan aardgasvrij wonen

Door aardgasvrij te wonen kan het verbruik van gas worden mogelijk helemaal naar nul worden gebracht. Om een aardgasvrije woning te bereiken, is het belangrijk na te denken over de verschillende te nemen stappen. Denk bijvoorbeeld aan het op orde brengen van de isolatie, het verduurzamen van de verwarming en een betere ventilatie in huis. Stop met het koken op gas en maak gebruik van elektrisch koken. Bovendien kan energie weer opgewekt worden aan de hand van zonnepanelen. Warmte komt van een warmtepomp aan de hand van zonnecollectoren op het dak. Er zijn tegenwoordig zelfs hybride zonnepanelen te koop. Het aardgasvrij maken van een woning is een investering, maar dankzij de subsidies van de overheden wel steeds aantrekkelijker.

Isolatie controleren en verbeteren

Door het huis goed te isoleren, is er minder aardgas nodig om het huis te verwarmen. Daarom is het belangrijk de woning goed door te lichten op het gebied van isolatie. Met name de gebruikte isolatie en de dikte van het materiaal spelen een belangrijke rol in de mate van isolatie. Daarom raden we aan de dikte van isolatiematerialen van bijvoorbeeld dakisolatie, vloerisolatie en spouwmuurisolatie goed te onderzoeken.

Het is niet altijd nodig om de materialen zelf bloot te leggen. Meestal staan de gegevens over de gebruikte isolatie ook in de documenten over het huis. Dit is te vinden in aan verkoopbrochure of bijvoorbeeld een bouwkundig rapport.

Een woning wordt beoordeeld op hoe goed de isolatie werkt. Dit wordt de zogenaamde Rc-waarde genoemd. Hoe hoger de Rc-waarde, hoe beter. Voor nieuwbouwhuizen zijn er zelfs minimale Rc-waarden door de overheid opgesteld. Zo moet een dak minimaal een waarde van 6,0, een wand 4,5 en een vloer 3,5 Rc hebben.

Wanneer niet duidelijk is of er isolatie in de woning is aangebracht, kan men kijken naar de dikte van de isolatie. Zo hebben ramen van enkel glas geen isolatie, is de isolatie van dubbelglas maar matig en HR++ glas heeft een goede isolatie. Wie de beste isolatie wil, kan beter kiezen voor triple glass. Woningen van voor 1992 of eerder hebben vaak een matige isolatie. Woningen van na 1992 hebben een goede isolatie en woningen na 2000 hebben vaak een uitstekende isolatie, waardoor het mogelijk niet meer nodig is om de woning verder te isoleren.

In andere gevallen kan het wenselijk zijn om verder te isoleren. Zo is het mogelijk een dak te isoleren. Denk bij een schuin dak aan een investering van 5000 euro. De besparing is ongeveer 800 euro per jaar, waardoor de investering na iets minder dan zeven jaar is terugverdiend. Bij een plat dak is de investering lager: zo’n 3400 tot 4000 euro met een besparing van 7000 euro per jaar.

We raden ook aan de vloer te isoleren. Bij een tussenwoning ligt de investering op minimaal 1200 euro en kan men een besparing van 220 euro per jaar realiseren. Bij een vrijstaande woning is de investering ruim dubbel zo groot: bijna 3000 euro. Maar de besparing per jaar ligt dan ook op 410 euro. Het isoleren van een woning is dus niet alleen een goede stap naar een aardgasvrije woning, maar ook gunstig voor de portemonnee.

Duurzame verwarming

Nadat er goede isolatie is aangebracht, is het belangrijk te kijken naar andere mogelijkheden om van het aardgas af te komen. Meestal kan men terecht bij een ervaren vakman voor het opstellen van een warmteplan. Er wordt dan meestal gekeken naar mogelijkheden om op een duurzame manier warm water aan de woning te leveren.

HR-ketel

Oudere woningen hebben nog een CR-ketel of een VR-ketel. Wij raden het gebruik van een energiezuinige HR-ketel aan. Het rendement ligt op meer dan 1000%. Condensatiewarmte uit verbrandingsgassen worden gebruikt voor het verwarmen van de woning. Een goede ketel kost inclusief montage zo’n 21000 euro. De gasrekening wordt daardoor zo’n dertig procent lager. De terugverdientijd ligt op ongeveer 6 tot 7 jaar voor een gemiddelde tussenwoning.

Warmtenet

Veel steden werken ook aan een warmtenet, de zogenaamde stadsverwarming. Dit is een netwerk van leidingen die een hele wijk voorziet van verwarming. Het systeem gebruikt warmte uit omgevingen die warmte produceren. Denk bijvoorbeeld aan een fabriek, datacenter of elektriciteitscentrale. Vooral als er veel woningen dicht op elkaar staan, is het gebruik van het warmtenet heel rendabel.

Warmtepomp

Het is ook mogelijk gebruik te maken van een hybride warmtepomp. Er is dan een kleine elektrische waterpomp die de warmte in de buitenlucht gebruikt om de woning mee te verwarmen. Dit is precies het omgekeerde van hoe een koelkast werkt. Wanneer er te weinig warmte is, kan het huis verder worden verwarmd aan de hand van de zuinige HR-ketel. Daarom spreken we van een zogenaamde hybride warmtepomp. Met een dergelijke pomp loopt het stroomverbruik op, maar gaat het gasverbruik aanzienlijk omlaag.

Een alternatief is de volledig elektrische warmtepomp. Aansluiting op het gasnet is dan niet meer nodig. De woning moet hiervoor wel goed verwarmd zijn en de radiatoren moeten de mogelijkheid hebben met een lagere temperatuur te kunnen werken. Een warmtepomp werkt op basis van elektriciteit. De warmte zelf komt uit de lucht, bodem of grondwater.

Zonneboiler

Een goede manier om het huis te verwarmen op basis van een onuitputbare bron is het gebruik van een zonneboiler. Warm water wordt dan verwarmd door zonlicht. Niet in alle gevallen is het rendabel om een zonneboiler aan te schaffen. Bijvoorbeeld als er op korte termijn een warmtenet in de gemeente komt. We hebben verschillende situaties uitgewerkt.

Wanneer binnen twaalf jaar een warmtenet wordt aangesloten, is het gebruik van een volledige warmtepomp financieel niet heel aantrekkelijk. De radiatoren moeten waarschijnlijk worden vervangen voor het gebruik van stadsverwarming. Een hybride warmtepomp is wel een tijdelijke oplossing om aardgas vrij te wonen.

Als er op korte termijn een warmtenet komt, is een warmtepomp niet nodig. Een zonneboiler kan wel tijdelijk helpen om warm water te leveren. Als er groen gas in de wijk komt, raden we het gebruik van een hybride warmtepomp aan. Als er geen plannen zijn, kan het gebruik van een zonneboiler een interessante oplossing zijn.

Infraroodverwarming

Door gebruik te maken van infraroodverwarming kan het gasverbruik in de woning behoorlijk worden verminderd. Zeker als bijverwarming in een hoek in de woonkamer of op zolder is infraroodverwarming zeer zinvol. De infraroodverwarming kan gekoppeld wordt aan een bewegingssensor, zodat de verwarming alleen aan gaat als er iemand in de ruimte is. Een infraroodpaneel verwarmt niet de lucht, maar het lichaam van degene die in de ruimte aanwezig is. De warmte is tot ongeveer drie meter te voelen. Daarom raden we aan de panelen op het plafond te hangen.

Zeer goed geïsoleerde woningen draaien niet meer op aardgas, maar op zonne-energie. Infraroodverwarming is dan een zeer nuttige oplossing. Men heeft dan wel veel van deze panelen nodig.

Verwarming instellen

Veel mensen hebben hun cv-installatie niet correct afgesteld. Door dit wel te doen, is het mogelijk veel energie te besparen. Daarom is het nuttig een erkend installatiebedrijf in te schakelen. Wanneer de verwarming in de meest onzuinige stand staat, is het huis snel warm. Nadeel is dat dit ook behoorlijk wat gas vergt.

Een ketel heeft een comfortstand, eco-stand en slimme stand. De slimme stand is een wisselwerking tussen comfort en eco. Daardoor wordt de warmtewisselaar alleen warm gehouden als men regelmatig warm water gebruikt.

De meeste huishoudens hebben radiatoren die slecht zijn afgesteld. Stel deze daarom correct in om het gasverbruik te verminderen. Ook na aanschaf van een nieuwe installatie is dit noodzakelijk. Dit noemt men ‘waterzijdig inregelen’ en kan honderd euro op jaarbasis schelen. Controleer de radiatoren tenminste vier keer per jaar en ontlucht ze regelmatig.

Elektrisch koken

Koken doen we regelmatig, maar de meeste huishoudens koken nog op gas. Het koken op gas is ongeveer zo’n twee tot drie procent van het totale gasverbruik. Dat lijkt verwaarloosbaar, maar we streven naar een volledig aardgasvrije woning. Dat betekent dat koken op gas dan niet meer mogelijk is. Gelukkig zijn er alternatieven. Bijvoorbeeld koken aan de hand van elektriciteit.

Daarom is het in combinatie met zonnepanelen mogelijk zo duurzaam mogelijk te koken. De energie die dan nodig is om de elektrische kookplaat aan te sturen, komt uit de zonnepanelen. Elektrisch koken is op twee manieren mogelijk, via een keramische kookplaat of via inductie.

De aanschafkosten van een keramische kookplaat zijn lager, maar de verbruikskosten zijn hoger. Dat komt doordat de plaat vrij lang heet blijft. Daarmee is ook het regelen van de temperatuur lastig. Bovendien is het nodig gebruik te maken van een vijfpolige stekker.

Dit in tegenstelling tot bij een inductie kookplaat. De aanschafkosten van een kookplaat op inductie zijn wel fors hoger in vergelijking met een keramische kookplaat. Op langere termijn zijn de verbruikskosten wel weer een stuk lager. Dat komt vooral doordat alleen de pan en niet de hele plaat heet wordt. De temperatuur is daardoor ook eenvoudig te regelen. Er is wel een aparte groep in de meterkast en een speciale leiding naar de keuken nodig.

Denk niet alleen aan de kookplaat die energie verbruikt, maar ook aan het interieur van de woning. Maak zoveel mogelijk gebruik van energiezuinige verlichting. Eventueel kan alle elektriciteit worden aangestuurd aan de hand van zonnepanelen en een geschikte omvormer. Zonnepanelen wekken namelijk gelijkstroom op, terwijl er wisselstroom nodig is om de meeste energie te laten werken.

Maak gebruik van zonnepanelen

Als de isolatie van de woning momenteel nog niet voldoende is, heeft het niet veel zin om gebruik te gaan maken van zonnepanelen. We raden aan altijd eerst de isolatie van de woning te verbeteren. Daarna kan men kijken naar zonnepanelen. Deze zonnepanelen moeten worden aangeschaft met een omvormer om de gelijkstroom om te zetten in wisselstroom.

Verder raden we ook het gebruik van dakisolatie in combinatie met zonnepanelen aan, wanneer men de woning laat verbouwen. Zonnepanelen zijn vaak te herkennen aan de blauwe of zwarte kleur. Daarmee vallen de zonnepanelen op het dak zeker op. Daarom is het ook mogelijk te kiezen voor zonnepanelen in de vorm van zonnedakpannen. Deze zijn wel iets duurder in de aanschaf.

Maak gebruik van subsidies

Aardgasvrij gaan wonen is vaak een behoorlijke investering die zich pas na tien jaar zal terugverdienen. Daarom lopen veel mensen tegen de grote investeringen op en overwegen daarom hun plannen nog even uit te stellen. Om het toch zo aantrekkelijk mogelijk te maken te investeren in aardgasvrij wonen, heeft de overheid een aantal subsidies in het leven geroepen voor woningeigenaren.

  • Energiebespaarlening: met een energiebespaarlening is het mogelijk tegen een voordelig tarief een lening af te sluiten. Deze lening is alleen bedoeld voor het nemen van energiebesparende maatregelen zoals bijvoorbeeld de aanschaf van zonnepanelen, isolatie, warmtepomp en een HR-ketel

  • ISDE: De ISDE is de Investeringssubsidie duurzame energie en is een tegemoetkoming van de overheid in de aanschafkosten van zonneboilers, warmtepompen, pelletkachels en biomassaketels

  • FEH: Voor verhuurders is het Fonds Energiebesparing Huursector (FEH) in het leven geroepen. Dit is een algemene subsidie voor het verbeteren van het energielabel van huurwoningen.

Voor huurders zijn er een stuk minder regelingen om een huurwoning aardgasvrij te maken. De overstap naar een aardgasvrije woning wordt meestal gedaan vanuit de woningcorporatie of verhuurder. Als huurder is het ook mogelijk zelf stappen te nemen, maar daarvoor moet wel eerst overleg plaatsvinden met de verhuurder. Er zijn wel energiebesparende tips waarmee men minder energie kan gebruiken.

Wanneer moet Nederland van het gas af?

Onze Rijksoverheid heeft de ambitie om tegen 2050 van het gas af te stappen. Vanaf dat moment zou het niet meer mogelijk zijn om op gas te koken of op aardgas te stoken. Dit is te lezen in de Energieagenda van het Ministerie van Economische Zaken. Deze ambities zijn de vertaling van wat in 2015 werd afgesproken met het Klimaatakkoord van Parijs. Eerder, in oktober 2014, werden in de Europese Raad reeds ambitieuze doelstellingen afgesproken. Het ging onder meer om een CO2-reductiedoel van 40%. Door van het gas af te stappen, wil Nederland deze doelstellingen op termijn ook daadwerkelijk behalen.

Er is regelmatig kritiek dat de overheid alleen langetermijndoelstellingen hanteert en dat het de problemen daardoor voor zich uitschuift. Echter, we mogen niet vergeten dat een optimale CO2-reductie enkel kan mits verregaande technologische wijzigingen. We hebben er eeuwen over gedaan om tot het huidig industrieel systeem te komen en dit valt niet op korte termijn te veranderen. Veel van de benodigde technologieën en innovaties moeten nog worden ontwikkeld of staan nog in hun kinderschoenen. We mogen per slot van rekening niet vergeten dat massaal overstappen op elektrische verwarming enkel lukt door in een recordtempo vervuilende centrales bij te bouwen, terwijl de energieopwekking net groener moet worden.

Voor woningeigenaren is er gelukkig wel al veel mogelijk. Zij kunnen nu al kiezen voor duurzamere installaties om te koken of te stoken. Zij dienen hier zelf in te investeren. Om hieraan tegemoet te komen en hen maximaal aan te moedigen, heeft de overheid diverse steunmaatregelen voorzien. In nieuwe woningen wordt alvast niet meer voorzien in een gasgestookte cv-ketel of een gasaansluiting.

In sociale huurwoningen zullen stap voor stap de nodige aanpassingen gebeuren. Het zijn de gemeenten, de energieproducenten en de woningcorporaties die hiervoor verantwoordelijk zijn. Dit verloopt momenteel nog vrij moeizaam, maar tegen 2050 zou elke sociale huurwoning gasvrij moeten zijn.

De kostprijs van gasvrij wonen

Een woning aardgasvrij maken, heeft een flink prijskaartje. Hoe hoog dit is, verschilt natuurlijk per woning. Het eerder weergegeven stappenplan geeft aan dat alles begint met het beter isoleren van de woning. Daarnaast moet er ook worden geïnvesteerd in een elektrische warmtepomp, een inductiekookplaat, radiatoren, een ventilatiesysteem enzovoort.

Daartegenover staat wel dat de overheid ondersteuning biedt. Als eigenaar is het namelijk mogelijk om een subsidie te krijgen voor de aankoop van een duurzame installatie zoals een warmtepomp of een zonneboiler (ISDE of Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing). Er zijn echter meer subsidies mogelijk, maar de situatie zal per gemeente verschillen.

Twee voorbeelden tonen aan wat de kosten van gasvrij wonen kunnen zijn. Hierbij is er geen rekening gehouden met eventuele (lokale) subsidies.

Voorbeeld 1: matig geïsoleerde vrijstaande woning uit 1978

Neem bijvoorbeeld een vrijstaande woning die gebouwd is in 1978 en die een woonoppervlakte heeft van 170 m². Deze woning is reeds voorzien van matige isolatie en heeft dubbel glas. De verwarming en het warm water zijn op dit moment afkomstig van een gaskachel, de douche heeft geen warmteterugwinning en de woning beschikt over natuurlijke ventilatie met roosters en raampjes. Er is reeds een inductiekookplaat voorzien. Hieronder is de benodigde investering weergegeven.

  • Vloerisolatie: € 3.479

  • Dakisolatie: € 11.274

  • HR++-glas: € 6.059

  • HR-combiketel: € 16.535

  • Ventilatiesysteem: € 5.455

  • Douche-wtw: € 803

  • Totale kostprijs: € 43.605

Voorbeeld 2: goed geïsoleerde rijtjeswoning uit 2010

Het gaat hier om een rijtjeswoning die in 2010 gebouwd is. De woning heeft een totale woonoppervlakte van 125 m². Het beschikt over een goede gevel-, vloer en dakisolatie en het beschikt tevens over dubbel glas. Voor de verwarming gebruikt men een gaskachel en voor de ventilatie is er gekozen voor een mechanische afvoer.

  • HR++-glas: € 4.016

  • Warmtepomp lucht combi: € 9.000

  • Balansventilatie hele woning met wtw: € 5.455

  • Zonnepanelen (4): € 1.565

  • Inductiekookplaat: € 1.500

  • Totale investering€ 21.536

Veelgestelde vragen over aardgasvrij wonen

Ontdek de antwoorden op veelgestelde vragen over aardgasvrij wonen. Leer waarom Nederland overstapt van aardgas, wat het Klimaatakkoord van Parijs inhoudt en wanneer jouw woning aardgasvrij moet zijn. Ontdek ook de rol van de gemeente en leer welke stappen je zelf kunt zetten.

Waarom gaat Nederland van het aardgas af?

Omdat aardgas slecht is voor het milieu en veel mensen de voorlopig enige bekende leefbare planeet liever niet ruïneren. Daarom heeft Nederland samen met talloze andere landen het Klimaatakkoord van Parijs ondertekend, waarbij we samen hebben beslist dat we de CO2-uitstoot zullen verlagen. Een van de manieren waarop Nederland dit zal doen, is door van het aardgas af te stappen. Bij het verbranden van aardgas komt er namelijk CO2 vrij. Bovendien hebben de vele Groningse aardbevingen – in 2020 waren het er nog 69 – Nederland in haar beslissing gesterkt.

Wat is bepaald bij het Klimaatakkoord van Parijs?

Het Klimaatakkoord van Parijs is het grootste klimaatakkoord dat ooit is gesloten, onder meer omdat zoveel landen het ondertekend hebben. Enkel Eritrea, Iran, Irak, Libië, Zuid-Soedan, Turkije, Jemen en de Heilige Stoel hebben het Klimaatakkoord van Parijs niet ondertekend of geratificeerd. De Heilige Stoel kon dit eenvoudigweg niet doen volgens de gestelde voorwaarden, sommige klimaatschurken stellen de ratificatie liever uit (Turkije en Iran) en de resterende failed states kwamen er gewoonweg nog niet toe en hebben andere katjes te geselen. Enkel de Verenigde Staten hebben, gedurende de Trump-periode, als enige staat ter wereld nadrukkelijk aangegeven geen deel uit te willen maken van het Klimaatakkoord van Parijs. In het Klimaatakkoord van Parijs is overeengekomen dat de landen er alles aan zullen doen om de klimaatopwarming te beperken tot 2 graden ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Daarnaast hebben de deelnemers de ambitie uitgesproken om de opwarming tot 1,5 graad te beperken. De lidstaten moeten daarvoor nationale klimaatplannen opstellen en de rijke landen moeten ontwikkelingslanden steunen om hun uitstoot te beperken. De kracht van het Klimaatakkoord is dat zoveel landen het ondertekend hebben. Daartegenover staat dan weer dat er veel compromissen zijn gesloten. Volgens experts zijn de doelstellingen dan ook ontoereikend. Evenmin zijn de afspraken afdwingbaar gemaakt, bijvoorbeeld met een soort CO2-taks of boetebeleid, en zijn er geen afspraken gemaakt over de lucht- en scheepvaart.

Wanneer moet mijn woning aardgasvrij zijn?

Ten laatste tegen 2050, maar mogelijk al vroeger. Nederlandse gemeenten zijn namelijk ook zelf al druk in de weer met het uitfaseren van aardgas en rond 2030 zullen wellicht al veel wijken op alternatieven zijn overgestapt. Uiteraard zullen woningeigenaren na de beslissing van de gemeente nog voldoende tijd krijgen om aanpassingen door te voeren.

Welke rol speelt de gemeente dan bij aardgasvrij wonen?

Aardgasvrij wonen betekent dat er werk moet worden gemaakt van alternatieven. De gemeenten moeten per wijk bepalen welke alternatieven het meest wenselijk zijn en dienen na te gaan welke wijken op korte termijn al van het aardgasnet kunnen worden gehaald. Sommige wijken zullen bijvoorbeeld volledig afhankelijk worden van elektriciteit, terwijl andere wijken verwarmd kunnen worden via een alternatief warmtenet.

Wat kan ik zelf doen?

In de eerste plaats is het belangrijk om de woning goed te isoleren. Met aardgas kan veel warmte worden gegenereerd, maar dit is niet nodig als de woning goed is geïsoleerd. Isoleren gaat wel automatisch samen met een verbeterde ventilatie, want anders resulteert dit in een slecht binnenklimaat. Nadat het dak goed is geïsoleerd, kunnen er zonnepanelen worden geplaatst en kan er worden overgeschakeld op alternatieven. Een warmtepomp in combinatie met zonne- of warmtepanelen is daar een goed voorbeeld van.

Welke alternatieven zijn er voor het verwarmen op basis van aardgas?

Momenteel wordt er ingezet op drie alternatieve verwarmingsmethoden. In de eerste plaats gaat het om warmtenetten waarbij gebruik wordt gemaakt van restwarmte die bijvoorbeeld afkomstig is van een nabijgelegen industrieterrein. Daarnaast kan er een beroep gedaan worden op elektrische verwarming, bijvoorbeeld met behulp van warmtepompen. Warmtepompen hebben wel een goed geïsoleerde woning nodig. Bovendien zijn ze enkel groen als ze groene stroom gebruiken. Daarom is het aangeraden om ze met zonnepanelen te combineren. Daarnaast kan er ook worden overgeschakeld naar biogas, wat wel degelijk een duurzame energie-oplossing is. Er is echter nog niet veel biogas beschikbaar en daarom wordt het enkel toegepast als er geen andere oplossingen beschikbaar zijn. Ten slotte wordt verwacht dat er tegen 2050 nieuwe technologieën beschikbaar zullen zijn, zoals het gebruik van waterstofgas.

Welke alternatieven zijn er voor het koken op gas?

Koken op elektriciteit is de eenvoudigste oplossing. Daarbij zijn vooral inductiekookplaten een goed idee omdat deze zowel veiliger als energiezuiniger zijn. Wanneer er in een nieuwe keuken wordt geïnvesteerd, is het aangeraden om meteen te kiezen voor inductiekookplaten.

Wat gebeurt er dan met mijn huidige installatie?

De cv-ketel gaat niet per se naar de schroothoop. Zo kan de cv-ketel samenwerken met een hybride warmtepomp of is de cv-ketel verder te gebruiken bij het gebruik van biogas. Ook de radiatoren kunnen blijvend worden gebruikt bij biogas. Bij een elektrische warmtepomp moet de cv-ketel wel degelijk de deur uit. Bij een warmtepomp moeten de radiatoren meestal worden vervangen door laagtemperatuurradiatoren, wandverwarming of vloerverwarming.